Jungiaans instituut

banner instituut 1600x500

Wie was Harry Rump?

Prof. Dr. Harry A. J. Rump MEd (Deventer, 1946 – Vera, Almería Spanje, 2021) was een Nederlands dieptepsycholoog, Analytisch Therapeut, auteur, consultant en docent. Hij ontwikkelde de Analytische Therapie: een complete dieptepsychologische therapielijn in de traditie van Freud en Jung, met een aantal belangrijke conceptuele en methodologische toevoegingen.

In 1990 richtte Rump samen met zijn vrouw Madeleine Witteveen het Jungiaans instituut – Rump Academie voor dieptepsychologie op in Nijmegen, als eerste en enige instituut voor dieptepsychologie in Nederland. Rump was sinds die tijd directeur.

Hij was lid van de Staff & VIP Interuniversitäres Kolleg Graz / Schloss Seggau en lid van de Wetenschappelijke Raad “De Nieuwe Merkuur”.

College aan het instituut

< Boekpresentatie “Geesteswetenschap en Analytische Therapie”, Nijmegen 2018

In deze straat werd Harry Rump geboren

Biografie

Rump begon rond 1980 aan de ontwikkeling van de analytische hypnotherapie. Samen met een collega startte hij een hypnotherapie-opleiding in Nederland. Hier werkte hij ongeveer twaalf jaar. Omdat veel docenten van deze opleiding wilden werken met gedragsmatige interventies, begon Rump in 1990 met Madeleine het instituut in Nijmegen, zodat juist de analytische en de dieptepsychologie kant verder ontwikkeld konden worden.

In deze periode was hij:

  • Voorzitter van Stichting voor Educatieve en Therapeutische Hypnose SETH
  • Voorzitter van de Vereniging voor Educatieve en Therapeutische Hypnose VETH
  • Voorzitter van de tuchtraad SETH.

Hij was daarnaast erelid van de Jungiaanse Vereniging voor Analytisch Therapeuten in Nederland (de JVATN).

Harry Rump behoorde tot de tweede generatie oorlogsslachtoffers en heeft als zodanig alle manifestaties meegemaakt die daarbij horen. Vanuit die achtergrond was hij al jong geïnteresseerd in het functioneren van de menselijk psyche. Tijdens schoolvakanties werkte hij in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij ontdekte dat er contact moest worden gemaakt in plaats van alleen maar medicatie toedienen.

Op het instituut

Rump was, gezien zijn achtergrond, altijd al gefascineerd door het functioneren van de menselijke geest. Aan de andere kant had hij nog iets uit te werken met het oorlogsverleden uit de gezinssituatie. Dat deed hij bij defensie. Hij kreeg een Tevredenheidsbetuiging en het Rode Erekoord. Zijn motto was: Wat je wilt, kun je. Echter, rond 1975 kwam hij door zijn enorme prestatiedrang in een situatie terecht waarbij bleek dat het motto geen stand hield.

Na deze situatie, die ongeveer drie maanden duurde, startte hij zijn zoektocht naar het functioneren van de menselijke geest. Hij las zowat alle boeken over psychiatrie en psychologie, boek na boek, stapel na stapel, met een fotografisch geheugen. Na jaren gelezen te hebben, had hij nog geen bevredigend antwoord en startte hij zelf met het onderzoek naar de werking van de menselijke geest, waarbij hij de gegevens gebruikte van de talloze sessies met zijn cliënten.

Analytische Therapie

Gebaseerd op zijn lange praktijkervaring ontwikkelde Rump de Analytische Therapie. Een aantal centrale uitgangspunten hierin zijn: ieder mens heeft een eigen energiepatroon; dit patroon wordt voorgesteld als twaalf archetypische krachten; deze krachten in ieder mens vormen zijn individuele dynamiek; belangrijk voor iemands eigen blauwdruk is de krachteninterferentie tussen moeder en kind tijdens de zwangerschap en de geboorte; er is in ieder sprake van een gedeeld bewustzijn namelijk het Momentaan en het Gedissocieerd bewustzijn, van een neurotische en een psychotische organisatie, van een verdedigings- en een overlevingssysteem, van een mannelijk en een vrouwelijk deel etc. Integratie, of individuatie zoals Jung het noemde, betekent dichter bij de opheffing van al die polariteiten komen, en daarmee dichter komen bij het benutten van al de archetypische krachten in positieve zin.

Dit onderzoek was voor Rump nog lang niet afgesloten, omdat zicht op de werking van de geest steeds belangrijker wordt. Hij vond dat er een geesteswetenschap moet komen in de werkelijke betekenis van het woord. Zijn werk neemt positie in tegenover de DSM5. Dit classificatiesysteem heeft als het ware alle manifestaties van de werkzame krachten geïsoleerd, of uitgesplitst. Dat maakt behandeling weliswaar cognitief gesproken behapbaar, omdat voor elk symptoom medicatie gegeven kan worden, maar het zicht op de cliënt als complex, dynamisch en gelaagd mens gaat volstrekt verloren.

Volgens Rump kunnen we wel degelijk zicht krijgen op de motieven en krachten die de mens vanuit zijn diepere lagen aansturen, en die cognitief ontoegankelijk zijn. Hij werkte volop met de wetmatigheden waaraan die krachten in de mens voldoen. Hij gaf aan dat het beter zou zijn om een groot aantal psychische “ziekten” te zien als de manifestatie van krachten die aangestuurd worden vanuit het gedissocieerde gebied waaraan de mens deel heeft (bij Jung het Collectieve Onbewuste). Deze manifestaties doen zich in verschillende vormen voor als symptomen, en die worden niet opgelost met medicatie of met een gedragsmatige interventie zoals die in de reguliere GGZ zo vaak wordt ingezet. Dat geeft misschien wel verlichting (en/of nog meer psychologische verdringing), maar daarmee bleef voor Rump de angel in het probleem zitten.

Rump was ervan overtuigd dat een cliënt/patiënt niet moet passen in een protocol, maar dat de therapie aangepast moet zijn aan de individuele cliënt/patiënt.

Onderzoek en instrumentarium

Rumps levenswerk is altijd gericht geweest op het onderzoek naar de dynamische werking van de menselijke geest. Die dynamiek die hij heeft vastgelegd in een Cosmologisch Organisatie Model. C.O.M.®. In dit unieke model wordt het archetypische krachtenveld binnen een individu hanteerbaar voor de therapeut. Deze kan zeer gericht zoeken naar pijnpunten, verdrongen en gedissocieerde delen bij de cliënt, en deze vervolgens helpen doorwerken.

Het C.O.M.® is als instrument voor de Analytische Therapeut van onschatbare waarde; daarnaast bevat het in zichzelf een compleet mens- en wereldbeeld waarin alle belangrijke dieptepsychologische thema’s in hun samenhang begrijpelijker worden.

Rump richtte zich ook op de verbinding tussen management en dieptepsychologie. In het directe verlengde van het C.O.M.® ontwikkelde hij diverse instrumenten die de werking van het onbewuste en het archetypisch krachtenveld in therapie (de R.A.P.P.®) maar ook in coaching, consultancy en organisaties buitengewoon inzichtelijk maken (zoals de C.A.D.T.® en de N.C.A.®).

De kracht van het instrumentarium ligt in de toepassing, door een in de dieptepsychologie ingevoerde therapeut of consultant. Zonder afdoende kennis en kunde verwordt (ieder) instrument tot een plat protocol of kunstje. Rump was daar zeer waakzaam voor. De kracht van de Analytische Therapie en haar instrumenten is groot, maar in ondeskundige handen kunnen ze gemakkelijk leiden tot verkeerde en zelfs schadelijke adviezen voor de cliënt of klant.

Muziek en beeldend werk

Rump was een verdienstelijk muzikant. Hij zong in een koor, speelde piano en viool. Ook schilderde hij en maakte hij beeldend werk. Een aantal van zijn schilderijen zijn in het instituut aanwezig, met vaak een dieptepsychologisch thema, zoals horizontale en verticale splitsing die aan de basis kan liggen van een neurose respectievelijk een psychose.

Boeken

Harry heeft een aantal boeken geschreven.
Klik hier voor meer informatie en het bestellen van de boek(en)

 

Met zijn therapielijn –de Analytische Therapie– en zijn unieke instrumenten heeft Harry Rump ons allemaal een aantal kostbare geschenken achtergelaten. Het Jungiaans Instituut – Rump Academie voor Dieptepsychologie geeft deze zo goed en zo zorgvuldig mogelijk door aan toekomstige therapeuten en dieptepsychologen.

Harry, dank voor alles en tot weerziens!